Hoofdstuk 5

Veertig dagen later

 

Het verbaast me niet eens dat mijn ouders me niet komen ophalen. Mijn vader heeft het vast te druk met zijn bedrijf en mijn moeder durft nooit in haar eentje naar Indonesië te reizen. Of nou, alleen was ze niet geweest, want ze had natuurlijk met Emelie en Liam kunnen reizen, maar dat komt voor haar op hetzelfde neer.
Mijn ouders hebben Liams ouders nooit gemogen en dat komt vooral door het feit dat ze tienerouders zijn, of waren. De woorden tuig en schorriemorrie zijn meermaals voorbij gekomen toen ik ze voor het eerst vertelde over mijn vriendschap met Lila — en dat was nog niets vergeleken bij de woorden die vielen toen ik een relatie kreeg met Liam. Volgens mijn vader zijn ze beneden onze stand en hij schaamt zich dus diep dat ik tegenwoordig meer tijd doorbreng met deze familie, dan met mijn eigen gezin.
Het is een wonder dat hij dit jaar toestond dat ik samen met hen op vakantie ging, maar na dit voorval zal het ook wel weer de laatste keer zijn. Inmiddels ben ik wel al negentien, dus heel veel heeft hij er niet meer over te zeggen.
‘Misschien is het verstandig als je je verband nog even wisselt, voor we aan boord gaan,’ stelt Josh voor, wanneer we bij de gate zitten te wachten tot we kunnen boarden. Sinds vandaag ziet hij er anders uit, niet meer zoals mijn Josh. Mijn Josh had een kort baardje, warriger haar en droeg een stuk minder kleding. Ondanks dat ik hem al bijna vier jaar op deze manier ken, voelt die andere versie een stuk vertrouwder. ‘Het is niet handig om dat in de kleine toiletten van het vliegtuig te doen. Emelie kan je wel helpen.’
‘Kan jij me niet helpen?’ vraag ik, met meer verontwaardiging dan mijn bedoeling is. Ik wil helemaal niets laten merken van wat er in de afgelopen maand in het oerwoud is gebeurd, dat hebben we immers zo afgesproken, maar ik kan het echt niet verkroppen dat hij opeens zo anders doet. ‘Jij weet wat je moet doen,’ voeg ik er mompelend aan toe, om onze situatie niet verdacht te maken, maar ook omdat ik niet met Emelie alleen in een ruimte wil zijn. ‘Alsjeblieft, Josh, ik wil—’
‘Jade.’ De toon waarop hij mijn naam uitspreekt en de strenge blik die daarmee gepaard gaat, zegt voldoende. In de afgelopen veertig dagen heb ik hem goed genoeg leren kennen om te weten dat ik nu niet in discussie moet gaan.
‘O-oh, die toon ken ik,’ grinnikt Liam, die me met zijn elleboog aantikt. ‘En jij altijd denken dat ik zulke relaxte ouders heb. De afgelopen maand heb je hem vast op een andere manier leren kennen, of niet?’ Hij knipoogt en grinnikt weer.
Ik kan wel door de grond zakken.
‘Wil jij me anders helpen?’ vraag ik aan Liam, omdat dat minder ongemakkelijk is dan Emelies hulp accepteren. Niet dat ze het echt aanbiedt, want ze heeft nog geen woord gezegd.
‘Nee, Jade.’ Josh praat tegen me alsof hij me niet kan uitstaan, zoals hij veertig dagen geleden nog deed. Ik dacht dat alles was veranderd, maar kom er nu achter dat het precies hetzelfde is als voorheen. Behalve één ding, want ik ben niet meer de persoon die ik daarvoor was. Ik dacht dat met Josh hetzelfde was gebeurd, dat we samen op een of andere sprookjesachtige wijze waren geëvolueerd in die rimboe en wij het tegendeel zouden bewijzen, door onze verboden liefde wel stand te laten houden. Het was helaas een illusie, waarschijnlijk was het niet eens liefde. ‘Wij gaan niet met je mee naar een vrouwen-wc, dat is belachelijk.’
Mijn stoppen springen, iets wat voor Josh niet onbekend is, maar waar Liam nog nooit getuige van was. Ik ben op dit moment helemaal niet met hem bezig, want Josh slokt al mijn aandacht op. ‘Daar had je anders geen problemen mee, voordat we daar terecht kwamen!’ Ik schreeuw zo hard dat verschillende mensen rondom de gate omkijken. Hier zou ik me voorheen gigantisch voor schamen, maar die emotie ben ik kwijtgeraakt in de jungle van Lombok.
Sommige mensen verliezen hun wilde haren, ik heb de mijne nu pas gevonden.
‘Ik waarschuw je,’ sist hij naar me, waarna hij zijn hoofd wegdraait. De spieren in zijn kaaklijn zijn strak gespannen, wat beter zichtbaar is nu hij zich heeft geschoren. ‘Gedraag je.’
Woest blaas ik mijn adem door mijn neus naar buiten, ook al weet ik dat hij gelijk heeft. Ik kom overeind en smijt de bijna lege zak Doritos chips op mijn stoel en gris mijn handbagage er vanaf, waar alleen mijn verbandmiddelen in zitten. ‘Ik doe het wel zelf.’
Stampvoetend loop ik richting de toiletruimte en ik realiseer me heel goed dat mijn gedrag allesbehalve redelijk is. Vanuit mijn ooghoek kon ik zien dat Liam verbouwereerd naar me keek en ook Emelie had een argwanende blik in haar ogen. Tot zover onze afspraak om ons normaal te gedragen. Het lukt me gewoon niet, want als ik alleen al aan Emelie denk dan word ik misselijk van jaloezie. Het is verschrikkelijk en ik wil me niet zo voelen, maar het gaat vanzelf.
In de toiletruimte is het druk en ik moet even wachten tot er een hokje vrijkomt. Helaas komt Emelie op dat moment binnenlopen. Ze glimlacht vriendelijk naar me, zoals altijd, maar ik kan het niet opbrengen om terug te glimlachen.
O god, ik ga echt naar de hel.
‘Alles oké?’ vraagt ze als ze naast me komt staan.
Ik knik alleen maar.
‘Jade, wat jullie de afgelopen maand hebben meegemaakt…’ Ze stopt met praten als er een toilethokje vrijkomt en ik de volgende ben die aan de beurt is. Haar blik gaat vragend naar mij. ‘Wil je dat ik je help?’
Nee, maar dat kan ik niet eerlijk zeggen. ‘Oké, is goed.’
Zodra we het hokje binnenlopen is duidelijk dat deze ruimte te klein voor ons is. Dat geldt voor zowel de fysieke ruimte als mijn persoonlijke ruimte. Ik probeer het ongemakkelijke gevoel te negeren en pak het ontsmettingsmiddel, wat gaasjes en een schoon rolletje verband uit mijn handbagage.
‘Wat ik dus wilde zeggen,’ gaat Emelie intussen verder, terwijl ik mijn uiterste best doe om haar blik te ontwijken. ‘Wat jullie hebben meegemaakt is… bijzonder. Als je zo’n tijd op elkaar bent aangewezen, dan moet dat vast een band scheppen, of niet?’
Ik haal vluchtig mijn schouders op en probeer onverschillig te doen, door al mijn aandacht te richten op het loswurmen van mijn geïmproviseerde riem. De setjes kleding die Liam voor me heeft meegenomen zijn allemaal te groot.
‘Is er iets tussen jullie gebeurd?’
Mijn blik schiet omhoog en ik kijk haar met grote ogen aan, terwijl ik mijn hoofd schud. Het liefst zou ik nu iets willen zeggen om haar vraag – of eigenlijk haar vermoeden – te ontkrachten, maar ik ben bang dat mijn stem me zal verraden.
‘Er is iets tussen jullie veranderd.’ Natuurlijk heeft ze dat opgemerkt, want het is overduidelijk. Eerlijk gezegd kan ik me amper herinneren hoe we hiervoor met elkaar omgingen, want hiervoor voelt als een eeuwigheid geleden. Het lijkt een ander leven. ‘En ik hoop dat dat alleen maar komt door wat jullie hebben meegemaakt.’
‘Emelie, er—’
‘Maar als mijn vermoeden klopt, Jade,’ gaat ze verder, voordat ik de kans krijg om tegen haar te liegen. Haar toon is anders, scherper, dan ik van haar gewend ben en haar wijsvinger steekt dreigend in mijn richting. Dit is de Emelie waar Josh me over heeft verteld — psycho Em, zoals hij het noemde. ‘Dan wil ik dat je het uitmaakt met Liam, zodra we in Nederland zijn.’
Dat was ik sowieso al van plan, want voor Liam en mij bestaat er geen toekomst meer. Ik twijfel zelfs of die ooit heeft bestaan. Onze relatie werd gevoed door lust, status en vrijetijdsbesteding, maar niet door liefde. Ik ben nooit echt verliefd op hem geweest en ik weet vrij zeker dat dit wederzijds is, al weet Liam dat misschien nog niet.
‘Ben ik duidelijk?’
Op dit moment voelt het nutteloos om nog langer naar woorden te zoeken om deze leugen in stand te houden, dus ik knik alleen maar. Het maakt ook niets meer uit, want dit was sowieso mijn plan. ‘Het spijt me.’
Haar hand beweegt omhoog en voordat ik met mijn ogen kan knipperen, heeft ze mijn wang geraakt. Het doet niet veel pijn, het brandt vooral, maar het kwetst me wel en veroorzaakt tranen in mijn ogen. Ik ben dan misschien wel verliefd geworden op haar man, maar dat heb ik niet opzettelijk gedaan. De omstandigheden waarin we ons bevonden waren uitzonderlijk en er waren momenten waarop ik dacht dat hij de laatste persoon was die ik ooit zou zien. Hij was op dat moment alles voor me.
Hij is alles voor me… alleen ben ik dat blijkbaar niet voor hem.
‘Maak het uit met Liam, Jade.’ Emelie draait zich om en opent met een hoop frustratie het slot van het toilethokje. Wanneer haar dat eindelijk lukt, kijkt ze me over haar schouder aan. ‘En daarna verdwijn je voorgoed uit ons leven.’