HOOFDSTUK 41

Isabel

Ondanks mijn poging tot spartelen, hang ik nog steeds letterlijk aan mijn kledingkast. Het feit dat ik nog steeds volledig aan James overgeleverd ben is niet langer opwindend, maar slechts heel erg frustrerend.
Megan heeft mij gezien. Ze heeft ons gezien… en dat is echt een ramp. Ik wil niet weten wat er op dit moment allemaal door haar hoofd gaat. Ze zal vast behoorlijk geshockeerd zijn en misschien walgt ze zelfs van hetgeen ze heeft moeten aanschouwen. O god, ik moet echt zo snel mogelijk naar haar toe om dit uit te leggen — als het al uit te leggen valt.
James tilt me met een arm om mijn middel omhoog om mijn polsen van de haak los te maken, om me vervolgens voorzichtig op de hakken van mijn voeten te laten zakken. Ik werp hem een verwijtende blik toe, terwijl hij de ceintuur van mijn badjas rondom mijn polsen losmaakt.
‘O, nee. Kijk niet zo,’ zegt hij net zo verwijtend als mijn blik is. ‘Dit is echt niet mijn schuld.’
Het is inderdaad niet zijn schuld, want hij kon niet weten dat Megan elk moment binnen kon komen. Toch ben ik boos op hem, omdat ik waarschijnlijk gewoon een zondebok nodig heb om dit allemaal te kunnen verwerken. ‘Het was jouw idee om mij vast te binden,’ snauw ik daarom naar hem.
Hij trekt een wenkbrauw omhoog en slaat zijn armen over elkaar. ‘En jij wilde het niet?’ Het is een retorische vraag, want hij weet het antwoord allang. Dat blijkt ook wanneer hij een stemmetje opzet, in een poging mij na te doen en zegt: ‘Meer. Je bent nog niet klaar. Meer.’
‘Fuck jou!’ Ik trek vol ergernis mijn broek en slipje omhoog en probeer de kleding zo snel en zo goed mogelijk aan te trekken. Het brandende gevoel op mijn billen helpt daar niet echt bij, maar dat probeer ik te negeren. ‘Ze heeft ons gezien, Jamie. Weet je hoe erg dat is?!’
‘Ja, verschrikkelijk!’ Zijn sarcasme maakt me alleen maar bozer. ‘So what, Isabel? Ja, ze heeft ons gezien en ik begrijp dat het fucked up is. Maar je kunt er niets aan veranderen. Je hoeft je niet te schamen voor wie je bent.’
‘Dit is niet wie ik ben!’ tier ik, terwijl ik mijn armen gefrustreerd omhoog gooi. ‘Jij maakt mij tot iemand die ik helemaal niet ben! En nu haat mijn hele familie mij en dat is jouw schuld!’ De woorden vliegen uit mijn mond, zonder ook maar een seconde na te denken. Ergens weet ik dat ik moet stoppen, maar het lukt me niet. ‘Ik had je nooit mee moeten nemen! Het was een domme fout. Een hele domme fout!’
Helaas ben ik niet de enige persoon die impulsief is; ‘Je bent net zo’n onredelijke bitch als je moeder.’
Ik voel gewoon hoe mijn bloed begint te koken en ik weet zeker dat mijn hoofd rood kleurt door woede, wanneer ik impulsief naar hem gil: ‘Rot op! Ga weg! Ik wil je nooit meer zien!’
Zonder zijn reactie af te wachten storm ik mijn kamer uit. Iets in mij hoopt dat hij daadwerkelijk vertrekt, maar tegelijkertijd knaagt er al meteen een soort angst aan me dat hij dat ook echt gaat doen. Ik heb nu echter even geen tijd om me daar druk over te maken, want ik moet eerst met Megan praten.
Ik loop regelrecht naar haar kamer, iets verderop in de gang, in de hoop dat ik haar daar aantref. Nadat ik zachtjes op haar deur heb geklopt, zet ik langzaam een stap naar binnen en zie ik haar op haar bed zitten. Haar slaapkamer is helemaal niets veranderd in de tijd dat ik weg ben geweest. Eigenlijk is haar kamer niets veranderd sinds we op de basisschool zaten. Het verbaast me dat haar my little pony dekbed verdwenen is, aangezien de rest van haar kamer eruit ziet alsof ze nog steeds tien jaar oud is. Haar muren worden nog steeds bedekt met dezelfde lichtroze verf als vroeger en zelfs de glow-in-the-dark-sterren plakken nog altijd tegen haar plafond.
We lagen vroeger vaak samen op haar bed naar de lichtgevende sterren te kijken en Megan vertelde me dan allerlei verhalen erbij, omdat ze altijd een bizar grote interesse in het sterrenstelsel heeft gehad. De manier waarop de sterren op haar plafond zijn bevestigd, kloppen dan ook precies met hoe het er ‘s avonds buiten uitziet.
Dat was vroeger, toen we nog jong en onschuldig waren. Blijkbaar zijn de tijden veranderd, aangezien ze me zojuist betrapt heeft tijdens iets wat voor haar waarschijnlijk nogal extreem is.
In haar grote, donkerbruine ogen lijken wel duizend vragen rond te spoken, maar de eerste die ze stelt is: ‘Gaat alles goed met je?’
Ik knik en loop verder haar kamer binnen. Ergens tussen de deuropening en haar bed blijf ik stilstaan, niet goed wetende hoe ik me nu moet gedragen. ‘Sorry, dat je dat moest zien, Meg.’
Ze haalt haar schouders op, alsof het niets uitmaakt. Haar vertwijfelde en geshockeerde blik vertelt me echter iets anders. ‘Goh, Isa, ik eh… ik wist helemaal niet dat je into dat soort dingen bent. Is dat eh… een soort sm of zo?’
O mijn god. Ze vindt me vast een ontzettende freak nu. Ik heb het gevoel dat ik dat meteen recht moet zetten, want ik wil niet dat ze denkt dat ik raar ben. ‘Het is helemaal niet zo dat ik into dat soort dingen ben! Ik eh… ik weet het ook niet.’ Ik laat een diepe teug lucht uit mijn longen ontsnappen en loop naar haar bed, om naast haar plaats te nemen. ‘Ik wist eerst ook niet dat ik…’ Ik sla mijn ogen neer en friemel wat met mijn vingers. Ik durf haar niet aan te kijken, omdat ik bang ben voor de manier waarop ze naar me zal kijken. ‘zoiets fijn kon vinden. Het is vast heel raar, maar ik…’
‘Nee, hoor!’ gooit Megan er al tot mijn verbazing uit. ‘Ik bedoel, het is niet mijn ding, denk ik. Of, nou ja… ik heb het nog nooit geprobeerd.’ Ze giechelt zachtjes, waardoor ik mijn hoofd weer in haar richting durf te draaien. ‘Misschien zou ik het eens moeten proberen.’
‘Wat?!’ Ik kan mijn oren niet geloven. Mijn onschuldige zusje – oké, ze is inmiddels al bijna achttien – hoort dat soort dingen helemaal niet te zeggen. ‘Misschien moet je eerst eens normale seks hebben, voordat je aan zoiets begint.’
‘Nou, Isa, hallo…’ Ze rolt met haar ogen en giechelt nog een keer. ‘Ik ben geen klein meisje meer. Je weet dit nog niet, maar ik heb al bijna een jaar een vriend.’
O hemel. Vertelt ze me nou dat ze helemaal geen maagd meer is?
‘Meg, echt?’ Is het enige wat ik uit mijn mond geperst krijg. De realisatie dat ik dit helemaal niet wist, emotioneert me om de een of andere reden. Ik sla mijn ogen wederom neer en slik een paar keer. ‘Wow. Ik heb blijkbaar een hele hoop gemist.’
Ze pakt mijn hand vast en knijpt er zachtjes in, iets wat ze altijd doet om me gerust te stellen. ‘Je bent er nu toch weer? En met… wie is hij eigenlijk?’
‘Jamie.’ Ik adem diep in, houd de lucht even in mijn longen vast en laat dit vervolgens in een snelle uitademing weer naar buiten lopen. ‘Ik heb hem leren kennen op de dag dat ik Sebastian in bed betrapte met een andere vrouw…’ Ik vertel haar in grote lijnen ons verhaal en laat uiteraard een paar belangrijke details weg, zoals de manier waarop hij in het verleden grote hoeveelheden geld verdiende en hoe hij meedogenloos een neef van Sebastian voor mijn ogen neerschoot.
En hoe ik Camila’s leven heb beëindigd.
Ik besluit haar wel te vertellen over mijn ketting en de waarde ervan. Dat nieuws lijkt haar meer te shockeren dan het feit dat ik geniet van pijn tijdens seks. ‘Acht miljoen?’ roept ze met grote ogen. Ze slaat haar hand voor haar mond en schudt herhaaldelijk haar hoofd heen en weer. ‘Holy-fucking-shit! Hoe kwam jouw vader in godsnaam aan een ketting van ácht miljoen?!’
‘Ik heb geen idee.’ Deze vraag heb ik mezelf al vaker gesteld, maar ik zal er waarschijnlijk nooit een antwoord op krijgen. De enige persoon die dit zou kunnen beantwoorden is er namelijk niet meer. ‘Ik denk dat het een erfstuk of zo is geweest.’
Dat is de meest geruststellende en logische beredenering die ik kan trekken, ondanks dat mijn vader – naar mijn weten – niet uit een rijke familie kwam. Ik heb echter geen flauw benul hoe hij anders aan zo’n ketting is gekomen, dus ik heb besloten om me te berusten in die conclusie.
‘Misschien moet je mama er eens naar vragen,’ stelt Megan voor, waarop ik meteen verwoed mijn hoofd schud. ‘Hoezo niet? Mama heeft hem en zijn familie toch ook gekend?’
‘Ik wil het niet met mama over hem hebben,’ is het enige wat ik er nog over kwijt wil. Het is algemeen bekend dat mijn moeder weinig positieve woorden over mijn vader te melden heeft en op dit moment is het voor mij, gezien zijn redelijk recente overlijden, veel te pijnlijk om dat aan te horen. ‘Het is ook niet belangrijk,’ lieg ik; want natuurlijk zou ik heel graag willen weten hoe mijn vader aan een ketting van acht miljoen kwam. ‘Vertel me nou eens wat meer over die vriend van je!’
Ik verleg het gespreksonderwerp bewust, zodat we het niet meer over mijn vader hoeven te hebben. Ik praat nou eenmaal niet graag over hem, omdat het wegstoppen van mijn gevoelens een stuk gemakkelijker is.
Megan vertelt enthousiast over Jacob en hoe ze elkaar hebben leren kennen. Hij is blijkbaar echt haar ware Jacob, want op een bepaald punt in haar verhaal heeft ze het zelfs over samenwonen.
Het is voor het eerst dat mijn zusje een serieuze relatie heeft en waarschijnlijk zou het me enthousiaster moeten maken dan het nu doet. Mijn gedachten blijven echter de hele tijd terugschieten naar James en hoe ik net bij hem vandaan ben gelopen.
Ik kan de gedachte maar niet loslaten dat hij misschien daadwerkelijk vertrokken is na mijn tirade. Spijt stroomt door mijn aderen en de angst dat het te laat is groeit steeds meer. Ik zou het mezelf niet kunnen vergeven als ik hem door zoiets stoms kwijtraak.
Wanneer ik enige tijd later weer mijn slaapkamer betreed, wordt mijn nachtmerrie helaas werkelijkheid. Er is geen enkel spoor van James te bekennen en het ziet er naar uit dat hij vertrokken is.
Toch rest er nog enige hoop, aangezien de koffer met onze spullen nog onaangeroerd naast mijn bed staat.
Misschien komt hij nog terug.
Het resterende deel van de dag breng ik door met wachten, in de hoop dat ik iets van hem hoor. Dat gebeurt echter niet en mijn hoop begint meer en meer te verdwijnen. Ik begin steeds meer te geloven dat hij naar mijn woorden geluisterd heeft en met de noorderzon vertrokken is.
Rond het avonduur gaat mijn deur plots open, zonder dat er vooraf geklopt wordt. Mijn lichaam reageert blij, omdat het naïef is en in de veronderstelling is dat James elk moment binnen kan komen lopen.
Ik had er echter geen rekening mee gehouden dat het iemand anders kon zijn.
Dat hij het kon zijn.
Joey.
Zodra ik zijn lichtblauwe ogen zie, kruipt er een rilling over mijn gehele rug. De grijns op zijn gezicht is walgelijk en zijn intenties zijn meteen duidelijk, zoals altijd. ‘Hey zusje. Heb je me gemist?’