HOOFDSTUK 56
James - één uur eerder
Ik pak de kraag van Joey’s shirt vast en trek hem omhoog. Na slechts één klap lijkt hij zijn bewustzijn al deels te hebben verloren, want zijn ogen blijven wegdraaien. Watje. Het bloed gutst ondertussen uit zijn mond en besmeurt dezelfde badkamervloer die eerder nog gekleurd werd door het bloed van Isabel.
Hoe fucking ironisch.
‘Ben je blij met je cadeau, Joey?’ Ik schud hem heen en weer om hem wakker te krijgen, maar hij blijft steeds wegvallen. ‘Dit leek me namelijk wel de perfecte plek om het aan je te geven, gore klootzak.’
‘Ik… niets… wat…’ Hij probeert te praten maar de hoeveelheid bloed in zijn mond zorgt ervoor dat hij onverstaanbaar is.
Ik krijg plots een idee en laat zijn shirt los, waardoor zijn hoofd tegen de badkamervloer klapt. Ik kom overeind en zie dat Joey een poging doet om op zijn zij te draaien. ‘Blijf jij maar fijn op je rug liggen.’ Mijn voet belandt op zijn borstkas, vlak onder zijn keel, zodat ik hem op zijn rug dwing. Zijn handen proberen tevergeefs mijn voet weg te duwen. ‘Ik kijk graag toe hoe je stikt in je eigen bloed.’
De paniek in zijn ogen is iets wat ik inmiddels bij zo veel mensen heb gezien. Het is het moment waarop ze beseffen dat hun leven zo ten einde zal komen. Vaak is dit ook het moment waarop ze beginnen te smeken, maar daar heeft Joey de mogelijkheid niet toe. Helaas weet hij zijn hoofd naar de zijkant te draaien en stroomt het bloed alsnog uit zijn mond, waardoor ik het hem nog wat moeilijker moet maken, door mijn voet wat harder tegen zijn keel te drukken.
Ik schrik me dood, wanneer ik vlak achter me een keiharde gil hoor, die mijn trommelvliezen bijna laat scheuren. Wanneer ik heel kort mijn hoofd draai zie ik Megan met een lijkbleek gezicht in de deuropening staan — nog steeds keihard gillend.
‘Megan, ga weg,’ zeg ik kortaf, omdat ik me niet door haar wil laten afleiden. ‘Je wilt dit niet zien.’
‘WAT DOE JE?!’ krijst ze hysterisch en vervolgens voel ik dat ze aan mijn arm begint te trekken. ‘LAAT HEM LOS! JE DOET HEM PIJN!’
Ik blijf in dezelfde positie staan — ik druk mijn voet zelfs nog harder tegen Joey’s keel. ‘Dat is ook de bedoeling.’
‘Jamie, laat hem los!’ Ze rukt nog een paar keer aan mijn arm, maar wanneer ze merkt dat dat geen zin heeft, gooit ze zich op de grond naast Joey en probeert ze mijn voet weg te duwen. Zij is nu degene die begint te smeken, in plaats van Joey. ‘Alsjeblieft! Laat hem los! Alsjeblieft!’
‘Hij heeft aan je zus gezeten, Megan!’ Ik reik naar haar bovenarm en trek haar ruw weg. ‘Hij heeft haar verdomme kapot gemaakt, dus ga mij niet vertellen dat ik hem niets aan mag doen!’
‘Wat? Nee! Hou op!’ Ze blijft hysterisch aan me trekken en duwen en huilt ondertussen hardop. ‘Laat hem los!’
‘Megan, hij heeft Isabel verkracht. Hoor je me?!’
Mijn woorden lijken nu pas binnen te komen, want haar getrek en geduw verzacht. ‘Dat kan niet. Hij zou zoiets nooit…’ Ik zie vanuit mijn ooghoek dat ze verbijsterd naar beneden staart, naar het bebloede gezicht van haar broer. ‘Waarom denk je dat?!’
‘Isabel heeft het me verteld.’
‘W-wat… Ik kan niet… Nee…’ Ze schudt haar hoofd en ik begin te denken dat deze manier van ontkennen een familietrekje is. Toch lijkt Megan iets eerder open te staan voor de waarheid, aangezien ze vraagt: ‘Wanneer?’
‘Al jaren.’
Er volgt wederom een gil, ditmaal afkomstig van Isabels moeder. Godverdomme. Ik had dit klusje moeten klaren, voordat al deze hysterie zich erbij voegde. Als ik meteen zijn nek had gebroken had me dat een hoop gezeik bespaard.
‘Joey!’ gilt ze, waarna ze zich, net als Megan, op de grond naast hem laat vallen. Ze legt haar handen om zijn kapot geslagen kaak. ‘Haal je voet weg!’ schreeuwt ze naar mij. ‘Haal verdomme…’
Megan zegt iets in het Nederlands en ik vermoed dat het de vertaling is van wat ik haar zojuist verteld heb. Isabels moeder trekt namelijk haar handen van Joey af alsof hij onder stroom staat en houdt ze omhoog. ‘Wat?!’ kan ik nog net verstaan, voordat er weer een hoop Nederlandse woorden volgen. Daarna kijkt ze naar mij en ik zie meteen dat ze geen moment twijfelt aan mijn verhaal. ‘Hoelang al?’
‘Sinds haar twaalfde.’ Meer hoef ik niet te zeggen, want ze twijfelt geen moment en valt hem aan, door hem tegen zijn borst en zijn gezicht te slaan. Het woord klootzak ken ik ondertussen, omdat Isabel me vaak genoeg zo heeft genoemd in haar eigen taal en ook nu hoor ik het meermaals voorbij komen.
Megan heeft ondertussen afstand genomen en staat een eindje verderop bevroren tegen de muur, verbijsterd te kijken naar hoe haar hysterische moeder losgaat op haar broer. Ik besluit mijn voet weg te halen, want ik kan hem niet vermoorden waar zij bij zijn, dat zou Isabel me nooit vergeven.
Ik doe echter niets om de moeder van Isabel te stoppen in haar bezigheden en laat haar haar woede op hem uitoefenen. Echt hard slaat ze hem niet, dus de fysieke schade zal uiteindelijk allemaal wel meevallen. Het duurt uiteindelijk ook niet lang, totdat ze hijgend achterover zakt en keihard begint te huilen.