Hoofdstuk 10
Rose
Ik voel me raar.
Het ene moment ben ik bij Club Verde en het lijkt alsof ik slechts even met mijn ogen knipperde en nu opeens in een auto zit. Volgens mij ben ik niet in slaap gevallen, maar zo voelt het wel. Ik ben een stukje film kwijt, want ik heb geen idee hoe ik hier terecht ben gekomen en hoeveel tijd er zit tussen mijn laatste herinnering en dit moment.
Onder me voel ik iets bewegen en ik heb nu pas door dat ik op iemands schoot zit. Als ik mijn hoofd draai zie ik dat het Paul is. Een van zijn armen is om mijn middel geslagen en zijn vingertoppen kriebelen zacht in mijn zij en over mijn buik. Zijn andere hand ligt op mijn blote knie en ik weet niet wat ik daarvan moet vinden. Ik wil niet dat hij me aanraakt, maar tegelijkertijd vind ik het wel… fijn? Ik weet het niet. Nadenken lijkt opeens een onmogelijke taak te zijn, want het voelt alsof mijn hoofd gevuld is met watten, zonder enige ruimte voor mijn gedachten.
‘Blijf je nog even bij ons, meisje?’ Ik zie Pauls lippen bewegen en hoor wat er uit zijn mond komt, maar de woorden komen als een onsamenhangende brei in mijn hersenen aan. ‘Het leukste deel van de avond moet nog beginnen.’
Ik heb geen idee waar hij het over heeft en ik voel ook geen enkele behoefte om daar achter te komen. Zachtjes jammerend sluit ik mijn ogen en laat me naar achteren zakken, met mijn rug tegen het koele raam. ‘Ik wil dansen,’ murmel ik, omdat dat het enige is waar ik op dit moment zin in heb. Ik wil gewoon zijn, van muziek genieten en mijn lichaam laten meebewegen zonder na te denken.
Ja, daar heb ik écht zin in.
Hopelijk zijn we onderweg naar een discotheek of zo.
‘Je mag dadelijk wel een dansje op mij doen,’ zegt een onbekende, luide stem en als ik mijn ogen open zie ik dat er nog twee mannen naast ons in de auto zitten. De man in het midden en Paul lachen om iets en ik heb geen idee waar het over gaat, maar het kan me ook niets schelen.
Ik leun weer naar achteren, of nou… dat probeer ik, maar iemand houdt me tegen en draait mijn hoofd opzij. Het is weer Paul en zijn ogen zijn op mijn lippen gericht. Veel te laat heb ik in de gaten dat hij steeds dichterbij komt en pas als zijn lippen op de mijne belanden heb ik door wat hij doet, maar dan is het al te laat, want… o mijn god, Paul zoent me. Ik wil dit niet, denk ik, maar ik doe niets om het te laten stoppen, ook niet wanneer hij zijn tong tussen mijn lippen door duwt en mijn mond binnendringt.
Ik. Doe. Niks.
Wat is er mis met mij? Ik wil helemaal niet met Paul zoenen, want ik voel me niet tot hem aangetrokken en hallo, hij is mijn baas. Maar toch hang ik als een lappenpop op zijn schoot en laat ik zijn tong als een wervelwind door mijn mond roeren, alsof het de meest normale zaak van de wereld is dat hij nu weet hoe mijn speeksel smaakt.
Paul kreunt in mijn mond en trekt zich dan van me los, waarna hij met zijn duim over mijn onderlip strijkt. ‘Net zo zoet als ik me altijd al heb voorgesteld.’ Hij leunt weer naar voren en drukt zijn lippen nog een keer tegen de mijne. Ditmaal gelukkig zonder tong. ‘Ik ga hele vieze dingen met je doen, meisje,’ fluistert hij, alsof het een geheimpje tussen ons is.
Gadver, ik wil helemaal geen vieze dingen doen met mijn baas.
Hij likt mijn oorschelp en zuigt aan mijn oorlel, maar ik heb hier helemaal geen zin in en probeer mijn hoofd weg te draaien. Wederom houdt iemand me tegen en ik murmel wat onsamenhangende woorden, terwijl ik voel hoe vingertoppen zich over mijn bovenbeen omhoog verplaatsen. Traag verplaats ik mijn blik ernaartoe en ik zie hoe Pauls hand onder de zoom van mijn jurkje verdwijnt, maar net wanneer ik iets wil zeggen of doen om hem tegen te houden, valt mijn hoofd naar achteren tegen het raam en wordt het zwart voor mijn ogen.
‘Shit, kerel, hoeveel heb je in haar drankje gedaan?’ hoor ik ergens in de verte. ‘Ze valt de hele tijd weg.’
Ik kreun jammerend en probeer me te bewegen, maar de signalen die mijn brein afgeeft aan mijn lichaam lijken niet aan te komen.
‘Ze is in ieder geval lekker gewillig’ hoor ik weer. Ik geloof dat het Pauls stem is. ‘Je weet zeker dat ze hier morgen niks meer van weet, toch?’
Ik knipper een paar keer en het gezicht van de man naast ons verschijnt voor me. Hij ziet niet dat ik naar hem kijk, want zijn blik is op iets anders gericht. Ik volg zijn ogen en zie dat hij naar mijn benen kijkt, die inmiddels vrijwel geheel ontbloot zijn, omdat de rok van mijn jurk helemaal omhoog is geschoven. Shit, mijn lichtblauwe string is zelfs zichtbaar en ik weet mijn arm in beweging te brengen om mezelf te bedekken, maar voordat ik de stof van mijn jurk bereik pakt de man mijn hand vast. ‘Laat dat,’ zegt hij simpelweg, alsof hij meer over mijn lichaam te zeggen heeft dan ikzelf. ‘Het begint net interessant te worden.’
‘Ik wil niet…’ murmel ik, maar niemand lijkt naar me te luisteren. Ik kronkel heen en weer en voel dan plots een hand op mijn string. Strelend, wrijvend en duwend. Het voelt vreemd, alsof dit allemaal niet echt is en ik niet degene ben die in deze auto zit. Alsof ik uit mijn lichaam ben getreden, van bovenaf op mezelf neerkijk en zie wat er allemaal gebeurt, maar niets kan doen om het tegen te houden.
Nee, nee, nee…
Ik hoor Paul lachen, voel vingertoppen op mijn huid en het snijden van de touwtjes van mijn string in mijn heupen. Iemand trekt aan de stof en de man naast me likt verlekkerd aan zijn lippen. Ik jammer weer en probeer mijn hand te bewegen, maar die wordt nog steeds vastgehouden door de man. ‘Godver,’ hoor ik hem zacht vloeken. ‘Is ze nat?’
‘Nee,’ zegt Paul. Hij klinkt teleurgesteld, misschien zelfs een beetje boos. Zijn vingers porren ruw in mijn gevoelige huid. ‘Ik dacht dat dat spul ervoor zou zorgen dat ze geil zou zijn? Ze is verdomme kurkdroog!’
‘Een beetje spuug doet…’ De woorden sterven langzaam weg als ik voel dat ik weer mijn bewustzijn verlies en alles om me heen zwart kleurt. Het is het meest slechte moment ooit om out te gaan, maar ik kan het niet tegenhouden. Ik kan verdomme helemaal niks doen om dit allemaal te stoppen en heb me nog nooit eerder zo machteloos gevoeld, zelfs niet tijdens Dennis’ buien.
Waarom helpt niemand me?
Waar is Liz opeens gebleven?
Ik heb geen idee hoelang ik weg ben, maar als ik weer ontwaak lig ik op mijn rug op een groot tweepersoonsbed met witte lakens in een kamer met gedimd licht. Mijn jurk is omhoog gestroopt tot onder mijn borsten en mijn onderlichaam is geheel ontbloot.
Wat de fuck?
Waar ben ik?
Mijn ledematen werken niet mee, maar het lukt me wel om mijn hoofd een klein beetje te bewegen en ik merk een silhouet op in een deuropening. Het geluid van een mannelijke lach galmt door de kamer. ‘Bedankt voor vanavond,’ klinkt het. De stem komt me vaag bekend voor, maar ik kan niet direct plaatsen bij welke persoon hij hoort. ‘Dit is echt het beste verjaardagcadeau dat jullie me konden geven.’
Paul?
Ik begrijp niet wat er aan de hand is en waarom ik me niet kan bewegen. O, en waarom ik in godsnaam halfnaakt op een bed lig en mijn baas in dezelfde ruimte is. Ik wil hier weg, ik wil me bedekken en mijn slipje weer aantrekken, maar mijn lichaam lijkt verdomme verlamd te zijn.
Er klinkt een zachte klap van een deur die in het slot valt en een paar tellen later staat Paul aan het voeteneinde van het bed. Zijn bovenlichaam is ontbloot en om zijn middel hangt enkel een witte badhanddoek, die hij losmaakt en op de grond laat vallen voordat hij bij me in bed kruipt.
Nee, nee, nee…