Proloog

Badend in het zweet en happend naar adem schrik ik wakker, met een bloeddruk die zo hoog is dat het voelt alsof er een kudde olifanten door mijn lijf dendert. Het is alweer de zoveelste nachtmerrie, of eigenlijk flashback, die ik heb. In mijn dromen herbeleef ik deze gebeurtenis een paar keer per nacht en ik weet niet wat ik kan doen om het te laten stoppen.
Ik draai mijn hoofd zodat ik een blik kan werpen op het digitale klokje op het nachtkastje. Half vier. De strip pillen die ernaast ligt maakt me nerveus, want op dit soort momenten is het verleidelijk om er eentje extra te nemen.
Sinds die verschrikkelijke nacht in het ziekenhuis ben ik rusteloos, somber en angstig. In eerste instantie ging ik ervan uit dat het door alle stress van de afgelopen periode werd veroorzaakt, totdat ik een paar dagen geleden plots bang was om dood te gaan. Mijn hart bonsde zo hevig dat ik dacht dat het elk moment kon exploderen. Mijn broer – bij wie ik tijdelijk logeer, omdat ik geen eigen woonruimte meer heb – vertrouwde het niet en stond erop dat ik door een dokter gezien zou worden. Aangezien ik na die ene nacht niet meer graag in het ziekenhuis kom, is mijn huisarts uiteindelijk op huisbezoek gekomen.
De conclusie? Ik had last van afkickverschijnselen. Het was een gevolg van het jarenlange gebruik van alprazolam, het middel dat ik onder dwang van Dennis moest innemen. Zonder dat ik het wist of wilde, had ik een verslaving ontwikkeld en trad ik ongewild in de voetsporen van mijn biologische moeder.
Het liefst had ik meteen alle pillen uit mijn leven verwijderd, maar mijn huisarts zei dat dit in mijn geval gevaarlijk kon zijn. Het afbouwen van dit soort medicatie moest geleidelijk gebeuren en daarom schreef hij me een ander verslavend middel voor, maar met een langere werking, waar ik mijn afhankelijkheid langzaam mee kan afbouwen. Wederom word ik gedwongen om pillen te nemen, terwijl ik dat eigenlijk niet wil.
Ik haat mijn leven.
Nadat ik diep in en uit heb geademd door mijn neus, pak ik de strip pillen, druk er eentje uit en stop hem in mijn mond. Meestal duurt het ongeveer een half uur voordat de medicatie zijn werk doet en daarna val ik eigenlijk altijd wel in slaap. Ik zou willen dat ik geen hulp nodig had om te kunnen slapen. Of nee, ik zou eigenlijk helemaal niet meer willen slapen, want telkens wanneer ik mijn ogen sluit zie ik de beelden weer voor me.
De bloedspetters op de witte vloertegels van het ziekenhuis en de bruinrode vlek die het had achtergelaten op de stof van de lichtgrijze sneaker van Dennis, die bewegingsloos op de grond lag.
De aangespannen rugspieren van de man die met een pompende beweging druk uitoefende op zijn borstkas.
Het geschreeuw om hulp die maar niet leek te komen.
En het gapende gat dat Ryan met zijn afwezigheid had achtergelaten.
Het speelt zich als een gedetailleerde nachtmerrie in mijn hoofd af, alsof mijn brein bang is dat ik het anders misschien vergeet. Fuck, kon ik dat maar. Ik zou er alles voor over hebben om die avond uit mijn geheugen te wissen. Als er een middel bestaat dat me daarbij kan helpen, zou ik het met alle liefde innemen. Helaas is dat niet het geval, wat betekent dat ik er doorheen moet en het elke nacht opnieuw moet meemaken.
Het houdt verdomme nooit op.